In augustus 2015 ontspon zich kort maar hevig een discussie op sociale media: zegt men friet of patat tegen het gesneden aardappelproduct uit de frituur? Met de hashtags #teamfriet en #teampatat bestookten de voorstanders van een van beide namen voor de favoriete snack elkaar met hunpersoonlijke voorkeuren en een veelheid aan argumenten, waarbij het er soms behoorlijk emotioneel aan toe ging: “Give me friet or give me death” en “Patat, c’est les autres”.
In Het dialectenboek 8. Proeven van dialect maakte ditzelfde onderwerp deel uit van een bijdrage van Jan Stroop. Hij laat daarin zien dat het Nederlandse rivierengebied inderdaad de grensstreek tussen beide woorden vormt; patates frites heet friet in het zuiden en petat in het noorden. Daar komt nog bij dat petat hoogst zelden beneden de rivieren opduikt, maar dat boven de rivieren, zoals in de Randstad, petat en friet dan wel niet door elkaar gebruikt worden maar zeker wel náást elkaar. Stroop vindt dat alle twee de benamingen Algemeen Nederlands zijn. Hij verklaart het voorkomen van beide namen als volgt: in de formele benaming patates frites vormt het eerste deel de zaaknaam (het zelfstandig naamwoord) en is het tweede deel een bepaling daarvan (het bijvoeglijk naamwoord). Petat zou daarom de meest logische kortere vorm zijn, maar in het zuiden werd dat woord al gebruikt voor een rauwe, niet bewerkte aardappel en moest men daarom een alternatief kiezen. Dat werd friet. Stroop gebruikt in deze bijdrage data uit 1972 en uit 2004. Uit recent onderzoek blijkt dat de geografische verdeling nog altijd dezelfde is.
De kwestie vormt in feite een van de meest functionele sjibbolets. De keuze voor de ene of de andere naam markeert de regionale identiteit. Bestel je een frietje in de friettent dan kom je van beneden de grote rivieren en bestel je een patatje in een patatkraam dan ben je van boven de grote rivieren. In Noord-Brabant was dat reden om aanvullend onderzoek te doen met een digitale vragenlijst dus en op een iets luchtigere manier met behulp van interviews op straat.
De laatste conclusie is in tegenspraak met wat eerder in het artikel al werd vastgesteld: dat “friet” en “patat” in de Randstad naast elkaar gebruikt worden. Door “friet” te zeggen benadruk je dus niet automatisch dat je zuiderling bent. Andersom geldt dat inderdaad wel voor “patat”, dat is alleen noordelijk.